- 2021 is het laatste volledige belastingjaar waarin je nog studiekosten als aftrekpost mag opvoeren.
- Vanaf maart 2022 komt er een nieuwe regeling: het STAP-budget.
- Business Insider neemt in deel drie van de serie over aftrekposten voor de belastingaangifte 2021 door welke kosten je wel en niet als studiekosten mag opvoeren.
- Lees ook: Belastingaangifte 2021: welke zorgkosten kun je als aftrekpost gebruiken?
Als je op eigen kosten een opleiding volgt voor je werk of een toekomstig beroep, mag je je studiekosten aftrekken van je belastbaar inkomen. Dat kan aardig belastingvoordeel opleveren.
Althans, nog wel, want deze aftrekpost maakt vanaf 1 maart 2022 plaats voor het zogeheten STAP-budget: een individueel leer- en ontwikkelingsbudget dat werknemers kunnen aanvragen als ze een opleiding willen volgen.
Hiervoor heeft de overheid maximaal 1.000 euro per persoon per jaar beschikbaar gesteld. Dat is minder dan het financiële voordeel dat je nu nog kunt behalen door studiekosten als aftrekpost op te voeren.
Ben je ondernemer, dan verandert er niets: je mag studiekosten nog steeds aftrekken van de winst, mits dit zakelijke kosten zijn.
In deel drie van de jaarlijkse serie over aftrekposten voor de belastingaangifte, gaan we hieronder in op de studiekosten. In deel één kwamen de zorgkosten aanbod en in deel twee ging het over aftrekposten in box 3 voor spaargeld en beleggingen.
Reken je niet rijk
Wie studiekosten als aftrekpost wil opvoeren, moet zich niet rijk rekenen, want de fiscus is streng. Zo moet je een naaicursus die je als hobby volgt volledig zelf betalen: je mag de nota niet in mindering brengen op je inkomen. Alleen als je een studie of cursus volgt voor je werk of een toekomstig beroep, komt de fiscus je tegemoet.
Verder geldt de aftrek van studiekosten uitsluitend voor jou en je fiscaal partner. Eventuele studiekosten van je kind mag je dus niet opvoeren. Ook zijn de kosten voor een studie waarvoor je recht hebt op studiefinanciering niet aftrekbaar.
Tot slot vallen veel kostenposten buiten de aftrek (zie verderop), geldt er een drempel en moet je eventuele vergoedingen van je werkgever in mindering brengen op de kosten.
Alleen noodzakelijke kosten zijn aftrekbaar
Simpel gezegd komt het erop neer dat je alleen de verplichte en noodzakelijke kosten van een opleiding mag aftrekken van je inkomen.
Hierbij moet je bijvoorbeeld denken aan college- of lesgeld en leermiddelen die de opleiding verplicht heeft gesteld, zoals boeken, gereedschap, een veiligheidsbril, kappersschaar of bepaalde software.
Laptop is niet aftrekbaar
De kosten voor de aanschaf van een computer, tablet, notebook, computermuis en printer zijn daarentegen niet aftrekbaar. Dat geldt ook voor een internetabonnement.
… net als reiskosten en inrichting studeerkamer
Daar blijft het niet bij. Ook de kosten voor levensonderhoud, zoals hotelovernachtingen, een broodje dat je in de kantine haalt en kleding, mag je niet aftrekken.
Het heeft evenmin zin om de bonnetjes van het benzinestation of een uitdraai van de gemaakte reizen met je OV-kaart naar het opleidingsinstituut te bewaren. Want deze kosten zijn niet aftrekbaar.
Dat geldt ook voor de kosten voor een studiereis of excursie en bonnetjes voor de inrichting van je studeerkamer, zoals een bureaustoel.
Afschrijving over meerdere jaren
Soms heb je voor een studie spullen nodig die langere tijd meegaan, zoals een muziekinstrument als je op het conservatorium zit. Deze kosten mag je niet in één jaar volledig aftrekken, maar moet je uitsmeren over enkele jaren.
Bij de aftrek moet je wel rekening houden met een restwaarde: de resterende waarde van de spullen als jij ze niet meer gebruikt.
Let wel op: je mag de kosten alleen aftrekken als je deze zogeheten duurzame goederen ook echt gebruikt voor je studie of opleiding, en als het om spullen gaat die anderen die jouw opleiding niet volgen normaal gesproken niet kopen. Om die reden vallen de meeste computers buiten de aftrek.
Als je deze duurzame goederen ook privé gebruikt, mag je de kosten niet volledig opvoeren als aftrekpost. Je moet een correctie toepassen voor privégebruik.
Er geldt een drempel voor aftrek van studiekosten
Voor studiekosten geldt een drempel van 250 euro per persoon. Alles erboven is aftrekbaar. Heb je bijvoorbeeld 1.799 euro lesgeld betaald en 350 euro voor studieboeken, dan mag je 1.899 euro in mindering brengen op je inkomen (2.149 min 250 euro).
Heb je van je werkgever een vergoeding gekregen, dan moet je dat bedrag eerst in mindering brengen.
... en een maximum
De aftrek van studiekosten is overigens niet onbeperkt: het bedrag dat je maximaal in mindering mag brengen is 15.000 euro. Alles wat daar bovenuit komt is niet aftrekbaar.
Hoeveel krijg ik terug?
Hoeveel je uiteindelijk terug krijgt, hangt af van het belastingtarief waar je in valt. Val je in 2021 in de hoogste schijf van de inkomstenbelasting, dan kun je maximaal 43 procent van de studiekosten terugvragen.
Dat is lager dan het tarief aan inkomstenbelasting dat je betaalt (49,5 procent), aangezien de overheid al jaren stapsgewijs het mes zet in aftrekposten.
Hoe zit het met mijn studieschuld?
De rente over een studieschuld is helaas niet aftrekbaar in box 1.
Studieschulden zelf zijn wel aftrekbaar, maar dan in een ander loket: box 3. Had je op 1 januari 2021 meer dan 50.000 euro vermogen (of een ton bij fiscaal partnerschap), dan moet hierover vermogensbelasting betalen. Je mag daarop eventuele studieschulden in mindering brengen, voor zover deze uitkomen boven een drempel. Meer informatie over de aftrek van schulden vind je in dit artikel over de box 3-belasting.
Er geldt wel een belangrijke uitzondering. Als de studieschuld nog kan worden omgezet in een gift heb je pech: je mag deze dan niet aftrekken van je vermogen in box 3.
Let op: Bewaar je bonnetjes
Zorg ervoor dat je alle facturen en rekeningafschriften minimaal vijf jaar bewaart, als je studiekosten als aftrekpost opvoert. Je moet namelijk achteraf kunnen bewijzen dat je deze kosten daadwerkelijk hebt gemaakt.
De Belastingdienst mag tot vijf jaar belasting terugvorderen.
Voor ondernemers geldt een wettelijke bewaarplicht van hun administratie van zeven jaar.